Een succesvol team bestaat uit olympische ringen
Ik had onlangs een gesprek met een kennis die zich ergerde aan het gedrag van een jonge collega in zijn team. Hij deed, in zijn ogen, te weinig. Zat veel te veel op zijn mobiel en communiceerde de ene keer via de mail, dan weer via WhatsApp en zelfs via Messenger. Chaotisch, in zijn ogen. Hij werkte liever in een team met leeftijdgenoten. Dan wist je tenminste wat je aan elkaar had.
Generatieverschillen
Ik hou niet van hokjes denken. En dit kwam toch wel erg in de buurt van dat denken. Dat iemand van een andere generatie anders werkt, wil niet zeggen dat het niet efficiënt is. Generatieverschillen. Dat ze er zijn, valt niet te ontkennen. Voor mijn ouders was werken zo’n beetje het belangrijkste in hun leven. Werk bepaalde je status. Er is nog steeds een generatie die werken het belangrijkste onderdeel van hun leven vindt. Tegelijkertijd wordt de groep die daar anders over denkt groter. De eind-twintigers kiezen vooral voor een leuk leven en werk dat bij hun leven past. En als ik naar mijn kinderen kijk, denk ik dat die het weer anders zullen doen. De snackachtige maatschappij waarin zij opgroeien en waarin alles voor het grijpen ligt, vraagt weer om een andere houding.
Uniforme teams
Terug naar werk en naar werken in teams. Natuurlijk, het kan prettig zijn om een team samen te stellen van gelijkgezinden en dezelfde leeftijd. Veilig ook. Je begrijpt elkaar, hebt aan een half woord genoeg, deelt collectieve herinneringen en je weet precies wat je aan elkaar hebt. Heerlijk, die uniformiteit. Denk je. Maar niets is minder waar. Ook al is de ervaring en deskundigheid groot, de kans dat er in een uniform team hiaten ontstaan is daarmee ook groot. Omdat de leden van het team dezelfde kennis hebben en iets vanuit hetzelfde perspectief bekijken zal het denken en doen niet snel veranderen. ‘We doen het al jaren en dat ging toch altijd goed’ is een vaak gehoorde kreet als zo’n team in een verandertraject komt. De kans dat zo’n team op een bepaald niveau zal blijven hangen en niet verder zal groeien, of erger nog wegzakken, is dan ook levensgroot aanwezig.
Saai en eentonig
Ik vergelijk teams daarom vaak met olympische ringen. Ieder teamlid is een ring. Die ring staat voor wie jij als teamlid bent. Er zijn vijf ringen. En die vijf ringen zijn allemaal met elkaar verbonden. Als iedere ring hetzelfde is, dan is er een solide, krachtige en betrouwbare basis. Maar vijf ringen in dezelfde kleur en opeengestapeld is ook wat eentonig. En saai.
Kleurrijk en divers
Het is niet voor niets dat de olympische ringen vijf verschillende kleuren hebben en elkaar maar beperkt overlappen. De kleuren staan voor diversiteit en zijn nog steeds met elkaar verbonden. Dit zijn de teams die excelleren. De teams waarvan de leden onderling elkaar uitdagen, inspireren en waar de leden van elkaar leren, juist omdat de leden anders zijn. Een team dat complexe zaken aankan, omdat elk onderwerp vanuit een ander perspectief bekeken kan worden. Een diverse samenstelling van een team geeft een verrijking als de leden van het team elkaar respecteren en naar elkaar luisteren. Als je met waardering naar elkaar kijkt, dan is verschil in generatie, cultuur, opleiding, leeftijd of wat dan ook geen probleem, maar juist een kans. Een kans om meer en sneller te leren. Het is voor teamleiders de kunst om al die verschillen zo met elkaar te verbinden dat er topteams ontstaan.
Ga die uitdaging aan. Zoek elkaar op, wees nieuwsgierig naar de ander. Verrijking ligt altijd om de hoek en je weet niet wat je niet weet, totdat je het weet.